
Bedrijfsartsen bereiden zich voor op de nieuwe Arbowet die per 1 juli 2017 van kracht wordt. Dat betekent onder andere: meer ruimte maken voor preventie in hun werk.
Minister Asscher van SZW stuurde medio november 2016 een brief aan de Eerste Kamer over de aanpassingen in de Arbowet. Arbodiensten moeten voor 1 juli 2018 met alle werkgevers nieuwe contracten sluiten om te voldoen aan de wet.
Bedrijfsartsen, bereid u voor!
Wat betekent de wetswijziging voor de bedrijfsarts? Alle werknemers krijgen recht op een afspraak met de bedrijfsarts. Die trekt op zijn beurt meer tijd uit voor preventieve taken en om de werkplek te bezoeken. Oftewel: bedrijfsartsen moeten zich op de nieuwe situatie voorbereiden. Door mee te gaan met de contractbesprekingen en/of input te leveren voor een contract dat in elk geval voldoet aan het nieuwe wettelijk vereiste minimum. Maar liever nog: aan een optimale inzet voor duurzame inzetbaarheid oftewel lang gezond aan het werk blijven.
> LEES OOK: Internetconsultatie wijziging Arbobesluit
Boete voor niet melden beroepsziekten?
Er komt nog even geen boete voor bedrijfsartsen die geen of te weinig beroepsziekten melden. De beroepsgroep krijgt eerst de kans te werken aan verbetering van de melding van beroepsziekten. Die ruimte ontstaat doordat de implementatie van het nieuwe basiscontract pas per uiterlijk 1 juli 2018 plaatsheeft.
Voorkomen tekort aan bedrijfsartsen
De kwartiermaker schrijft nu een rapport om een dreigend tekort aan bedrijfsartsen te voorkomen. In dat rapport doet hij een voorstel om de instroom te bevorderen van basisartsen in de opleiding tot bedrijfsarts. Daarbij vraagt hij aandacht voor de financiering van deze opleiding. Ook het kwaliteitsbeleid en de preventiemedewerker komen aan bod. In februari 2017 gaat het rapport naar de Tweede Kamer. Daarnaast kan de Tweede Kamer per diezelfde datum een brief verwachten over verbetering van de arbocuratieve samenwerking tussen NVAB en RIVM.